De Arena
Karel stapt met zijn twee vrienden uit bij Station Bijlmer_Arene. Een eigenaardig drietal vormen ze. Karel en Tjeerd belichamen de gemiddelde man van 50 jaar. Hans belichaamt iets anders. Al jaren nemen Tjeerd en Karel Hans op sleeptouw. Karel knijpt zijn ogen samen tegen de felle zon. “Hans, moet jij je jas niet uitdoen? Het is veel te warm”, zegt Karel. Hans schudt nee. Hij draagt een Ajax shirt – en sjaal. Daaroverheen een bomberjack, waar het logo van zijn geliefde club, op de achterkant staat gedrukt. Zijn pet staat scheef op zijn hoofd. Een outfit die niet geschikt is bij een temperatuur van 28 graden. En niet geschikt voor een man van 53 jaar oud.
Al jaren staat de zondag voor de drie mannen in het teken van de wedstrijd. Karel en Tjeerd zijn al van kinds af aan vrienden. Sinds 1981 gingen ze naar Ajax, toentertijd in de Meer, in Betondorp. Zijn buurjongen Hans krijste iedere zondag als hij Karel vanuit zijn raam zag vertrekken, moord en brand. “Ik wil ook mee!” Karel kon het niet meer over zijn hart verkrijgen en nam hem mee. Inmiddels hebben de drie mannen in 32 jaar geen wedstrijd gemist.
Ze banen zich een weg door de Arena richting hun vaste plaatsen. Hans heeft in zijn linkerhand een vlaggetje en in zijn rechterhand een bakje met patat. Aan zijn kin hangt een klodder mayonaise. Tjeerd veegt het weg met een servetje. “JAAAA!” Hans is op van de zenuwen nu het startsein van de wedstrijd klinkt. Een paar toeschouwers kijken geërgerd op door het enthousiaste gekir dat hij uitkraamt. Tjeerd en Karel zijn het gewend en stellen de boze koppen met een knikje gerust. Karel ruikt iets vreemds. Hij kijkt links van hem. De spanning is Hans blijkbaar teveel geworden. “Ga jij of ik?” vraagt hij aan Tjeerd. “Ik ga wel”, zucht Tjeerd. Terwijl het tweetal op het toilet is scoort Ajax haar eerste goal.